Events

Nieuwsbrief

Inloggen

a

Menu

“Ik ben een soort tolk: ik leer ouders hun kinderen verstaan.”

In de rubriek Aan het woord laten we kinderverpleegkundigen aan het woord over hun werk, hun keuzes en wat hen drijft. Deze keer spreken we met Martine van der Molen. Ze werkt al meer dan twintig jaar als kinderverpleegkundige in het Meander Medisch Centrum en combineert haar werk met een eigen praktijk als babyconsulent. Ook is ze trainer in Dunstan Babytaal, docent babymassage en draagconsulent. Ze is daarnaast bestuurslid van de coöperatie waarin haar praktijk is ondergebracht. Een gesprek over de kracht van luisteren, ouders ondersteunen en kijken met een bredere blik.

Martine, hoe is jouw loopbaan begonnen?
“In 2001 studeerde ik af aan de hbo-v. Daarna werkte ik een jaar in het UMCG en begon vervolgens in het Meander Medisch Centrum, waar ik mijn kinderaantekening haalde. Sindsdien ben ik hier altijd gebleven. Eerst alleen op de kinderafdeling, maar sinds 2015 ook op de spoedeisende hulp voor kinderen. Dat is een mooie combinatie. Je ziet ernstig zieke kinderen opknappen en je mag daar als team écht iets in betekenen.”

Je bent naast kinderverpleegkundige ook babyconsulent. Wat houdt dat precies in?

Martine van der Molen

“In mijn praktijk help ik ouders die worstelen met het huilen, slapen of gedrag van hun baby. Veel ouders zijn tegenwoordig goed geïnformeerd, maar raken ook snel het overzicht kwijt. Dan is het waardevol om samen te kijken: wat vertelt je baby nu eigenlijk? Met Dunstan Babytaal, een methode met vijf herkenbare geluiden die basisbehoeften aangeven, kun je daar al vanaf jonge leeftijd op inspelen. Soms zit er een verhaal achter het gedrag van een baby of ouder, zoals een bevallingstrauma of een eerder verlies. Ik probeer dan samen met ouders te begrijpen wat er speelt. Dat doe ik steeds meer met de bril van Infant Mental Health: kijken naar het hele plaatje, niet alleen het probleem.”

Hoe ben je betrokken geraakt bij de beroepsvereniging?
“Ik ben sinds december 2024 lid. Eerlijk gezegd dacht ik dat ik al lid was, maar dat bleek niet zo! Ik wil graag up-to-date blijven, ervaringen van anderen lezen, mezelf blijven scholen. Een collega vroeg of ik meeging naar de Dag van de Kinderverpleegkundige, en toen heb ik meteen een lidmaatschap geregeld.”

Wat wil je (aankomende) kinderverpleegkundigen meegeven?
“Kijk verder dan alleen de klacht of het gedrag van een ouder. Als iemand boos is, zit daar vaak iets onder. Misschien een trauma of een verdrietige ervaring. Laat het niet te veel binnenkomen, maar wees nieuwsgierig: wat maakt dat deze ouder zo reageert? Soms zorgen we niet alleen voor het kind, maar ook voor de ouder. Het is belangrijk om je daar bewust van te zijn.”

Vroeger en nu: wat is er veranderd in jouw werk?
“Vroeger zorgde ik vooral voor de kinderen, nu richt ik me ook op de ouders. Zij zijn tegenwoordig veel meer aanwezig op de afdeling, mondiger ook. Dat vraagt om een andere manier van samenwerken. Je start op een ander kennisniveau met elkaar. We hebben als verpleegkundigen meer verantwoordelijkheid gekregen. Je moet echt weten wat er de afgelopen 24 uur met het kind is gebeurd. Tijdens de visite doe je actief je zegje, niet alleen over medische zaken, maar ook over hoe het met ouders gaat en wat ze nodig hebben om straks naar huis te kunnen. Onze rol is gegroeid: we vullen elkaar aan met de artsen, maar zien het kind de hele dienst. Die observaties zijn waardevol. Je moet dus niet alleen klinisch denken, maar ook leiderschap tonen en verbinding maken.”

Heb je handigheidjes of inspiratiebronnen die je wilt delen?
“Ik leer ouders bijvoorbeeld dat huilen een manier van communiceren is. Baby’s kunnen niet praten, maar laten met hun geluiden en gedrag wél iets weten. Huilt een kind omdat het honger heeft, pijn heeft, verdrietig is of gewoon wil ontladen na een drukke dag? Als medische oorzaken zijn uitgesloten, kun je ouders leren om met een milde blik te kijken naar dat huilen. Vaak helpt het om te begrijpen dat huilen óók een manier is om te verwerken, bijvoorbeeld na een dag vol prikkels op het kinderdagverblijf. Uithuilen is dan ontprikkelen. En dat helpt kinderen om tot rust te komen. Dat is wat ik zo mooi vind aan dit werk: ouders begeleiden in het verstaan van hun kind.

’s Avonds zie je bijvoorbeeld vaak dat kinderen een zogenaamd huiluurtje hebben. Dan zeg ik: neem je kind op schoot, zeg: ‘ik ben bij je, huil maar even, vertel maar even.’ Laat het huilen plaatsvinden in geborgenheid. Dat is iets anders dan ‘laten huilen’. Dit is ‘verhuilen’: je mag huilen, ik blijf bij je, je bent veilig. Dat maakt zoveel verschil. Als bij ouders het kwartje valt, komt er vaak rust. En dan weten zij: ik hoef het huilen niet te stoppen, ik hoef alleen maar aanwezig te zijn. Ik zeg weleens: ik ben een soort tolk en leer ouders hun kinderen verstaan.”

Tot slot: scholing die raakt
“Qua inspiratie volg ik graag ontwikkelingen rond trauma, babygedrag en IMH (Infant Mental Health). Er zijn prachtige scholingen over onderwerpen als prikangst of het voorkomen van traumatische ervaringen bij medische handelingen, zoals bij PROSA. Daar kunnen we als verpleegkundigen echt het verschil maken. Ik word daar warm van.”

Linken met Martine? Voeg haar toe op LinkedIn.