Events

Nieuwsbrief

Inloggen

a

Menu

Zeggenschap, leiderschap en autonomie voor kinderverpleegkundigen?

De politiek heeft de afgelopen jaren gestimuleerd dat verpleegkundigen zeggenschap moeten krijgen in beleid en besluitvorming aangaande de zorg en over de uitvoering van hun vak. Dit is nodig om kwaliteit, continuïteit en ontwikkelingen in de zorg en de verpleegkunde te waarborgen. Dit is bij wet vastgelegd en verankerd in de CAO, wij kunnen hier niet meer omheen. Ook VWS vindt zeggenschap in de zorg van groot belang, zij hebben medio 2022 een subsidie beschikbaar gesteld om veerkracht en zeggenschap binnen de zorg te stimuleren.

 

Zeggenschap en leiderschap

Zeggenschap en leiderschap betekent voor kinderverpleegkundigen professionele identiteit en autonomie. Zeggenschap en leiderschap heeft de beroepsgroep kinderverpleegkunde de afgelopen jaren gevoeld en getoond als het gaat om het Indicatieproces Kindzorg. De verantwoordelijkheid om de knelpunten in het Indicatieproces Kindzorg op te lossen heeft de beroepsgroep kinderverpleegkunde enkele jaren geleden opgepakt door met elkaar het verbetertraject kindzorg in te gaan. Kinderverpleegkundigen hebben ontzettend hard gewerkt om een kwaliteitsslag te maken binnen het Indicatieproces Kindzorg. In het verbetertraject kindzorg werken kinderverpleegkundigen met elkaar toe naar eenduidigheid bij de inventarisatie, indicatie en organisatie van kinderverpleegkundige zorg in de eigen leefomgeving voor de Zorgverzekeringswet. Onderdeel van dit traject, waarin MKS de rode draad, zijn:

  • Handreiking Indicatieproces Kindzorg (HIK) (geëvalueerd in 2022, aangepaste versie 2023)
  • Toolbox HIK (geëvalueerd in 2022, aangepaste versie 2023)
  • Training HIK: “Inventariseren, indiceren en organiseren van zorg in de eigen leefomgeving voor kinderen van 0-18 jaar voor de zorgverzekeringswet”
  • Expertgroep Indicatieproces Kindzorg
  • Intervisie Indicatieproces Kindzorg
  • Training HIK in vogelvlucht (voor adviseurs van zorgverzekeraars)
  • Bijeenkomst ‘verbetertraject indicatieproces kindzorg in vogelvlucht’ (voor samenwerkingspartners in de kindzorg)
Medische Kindzorg Samenwerking (MKS)

Medische Kindzorg Samenwerking (MKS) maakt integrale kindzorg mogelijk, door het kind centraal te stellen en het gezin de regie te geven. MKS is dé werkwijze voor het inventariseren, indiceren, organiseren en uitvoeren van alle zorg aan kinderen in de eigen leefomgeving. Deze werkwijze leidt tot integrale zorg en de juiste zorg op de juiste plek, alle kinderen hebben recht op passende zorg. Kinderverpleegkundige zorg in de eigen leefomgeving begint met een inventarisatie van zorgvraag en hulpbehoefte. Het verbetertraject kindzorg is veel breder dan alleen het indiceren van kinderverpleegkundige zorg. Alle partijen in het werkveld hebben zich geconformeerd aan MKS. Het MKS is onderdeel van de inkoopvoorwaarden van zorgverzekeraars, waarmee deze werkwijze is verankerd.

Het Indicatieproces Kindzorg

De inventarisatie, indicatie en organisatie van kinderverpleegkundige zorg in de eigen leefomgeving (het indicatieproces) behoort tot de autonome professionele expertise van de (indicerend) kinderverpleegkundige en behoort daarmee niet tot het takenpakket van de behandelend (kinder)arts. Het is de taak van de behandelend (kinder)arts om aan te geven wat er medisch noodzakelijk is.

 

Het indiceren van ‘verpleging en verzorging in de eigen leefomgeving’ voor de Zvw, artikel 2.10 Besluit Zorgverzekeringswet, is voorbehouden aan de verpleegkundige. Zij werkt methodisch volgens het cyclisch verpleegkundig proces (zie hoofdstuk 2). De inventarisatie en indicatie omvat ‘zorg zoals verpleegkundigen plegen te bieden en houdt verband met een behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop’ (Zorginstituut Nederland, 2019).

 

De kinderverpleegkundige inventariseert de totale zorg vanuit de vier kinderleefdomeinen van het MKS. Belangrijk hierbij is dat de verkregen informatie geobjectiveerd, geverifieerd en daar waar nodig verhelderd wordt. Dit doet de kinderverpleegkundige door informatie te verzamelen bij kind, ouders en betrokken zorgprofessionals. Het indiceren van kinderverpleegkundige zorg in de eigen leefomgeving van kind en gezin vereist dan ook nauwe samenwerking tussen het kind, de ouders, de indicerend kinderverpleegkundige, en andere betrokken zorgprofessionals. Door te werken op basis van MKS wordt zorgvuldig samenwerken gestimuleerd.

Goede voorlichting vooraf en het regelmatig met elkaar in gesprek gaan zijn ontzettend belangrijk. Dit maakt dat er bij kind en gezin geen verkeerde verwachtingen zijn en dat zij steeds opnieuw de juiste keuzes kunnen blijven maken. Op deze wijze hoeft bijvoorbeeld een herindicatie ook geen stress op te leveren, omdat kind en gezin zelf volledig inzicht hebben in en op de hoogte zijn van de actuele situatie.

 

Voor meer informatie over het Indicatieproces Kindzorg verwijzen wij naar de Handreiking Indicatieproces Kindzorg en de Toolbox HIK.

 

Huidige ontwikkelingen

Het verbetertraject kindzorg is werk in uitvoering. In de dagelijkse praktijk zien wij dat de kwaliteit van het indiceren omhooggaat en dat de eenduidigheid binnen het indicatieproces toeneemt. De samenwerking tussen kinderverpleegkundigen onderling en met hun samenwerkingspartners is sterk verbeterd. Dit zorgt ervoor dat er bij knelpunten en onduidelijkheden snel tot verduidelijkingen en oplossingen gekomen wordt.

Als beroepsgroep vinden wij het belangrijk dat medische kindzorg op de politieke agenda staat, dit draagt positief bij aan het verbetertraject en daarmee aan passende zorg voor kind en gezin. Het is gebleken dat Medische Kindzorg een goed voorbeeld is voor de verdere zorg, zoals ook beschreven in de ‘Voortgang IZA-werkagenda per thematafel’. Hierin staat het volgende beschreven: “En ook in de praktijk wordt op meerdere plekken al volop in de geest van het IZA gewerkt. Voorbeeld hiervan is de Meerjarenstrategie Medische Kindzorg. Hierin hebben de patiëntenorganisaties, beroepsgroep, de branchevereniging en het kenniscentrum voor kinderen met een palliatieve diagnose het gedachtengoed van het IZA omarmd en als uitgangspunt gebruikt voor het meerjarenbeleid. Een inspirerend voorbeeld van concrete vertaling van beoogde ontwikkeling en beweging van het IZA.”

In het Actieplan 1.0 Kindzorg Zvw-pgb, waar wij als beroepsvereniging aan hebben bijgedragen, wordt overzichtelijk omschreven welke acties bijdragen aan verbeteringen in het indicatieproces van de kindzorg. Veel daarvan worden al uitgevoerd en dit werpt nu al vruchten af. Dit Actieplan bevat een overzicht van initiatieven die naar verwachting een positief effect hebben op de ervaringen van ouders in het proces van indicatiestelling en toekenning van een Zvw-pgb.

 

Debat Medische Kindzorg

In het debat Medische Kindzorg dat op 13 juni heeft plaatsgevonden werd door de verschillende Kamerleden verwezen naar de grote hoeveelheden casuïstiek die bij hen terecht zijn gekomen. Voor knelpunten en vastlopende casuïstiek zijn, in het genoemde verbetertraject kindzorg, echter routes vastgesteld. Met het oppakken van deze casuïstiek door Kamerleden, in plaats van het doorverwijzen naar de daarvoor aangewezen routes, staan de Kamerleden oplossingen naar passende zorg voor kind en gezin in de weg. De respectievelijke routes zijn: De Expertgroep Indicatieproces Kindzorg, Domein Overstijgend Indiceren en Praktijkteam Kindzorg. Deze routes zijn ook terug te vinden op de website regelhulp.

 

Moties Medische Kindzorg

Op dinsdag 27 juni zijn er in de Tweede Kamer verschillende moties aangenomen die gaan over ons vak. Voorafgaand aan het indienen en stemmen op deze moties is er niet met de beroepsgroep gesproken, dit vinden wij als beroepsvereniging zeer teleurstellend. Onze achterban wordt opgeleid en gestimuleerd om zeggenschap, leiderschap en autonomie te tonen. Door deze moties aan te nemen zonder hoor en wederhoor worden deze kernwaarden ondermijnd.

Eén van deze moties pleit ervoor dat niet langer alleen de kinderverpleegkundige verantwoordelijk is voor het indiceren van kinderverpleegkundige zorg in de eigen leefomgeving, maar ook altijd de behandelend kinderarts. In de aanloop naar het indienen en aannemen van deze moties hebben de politieke initiatiefnemers van deze motie een belangrijke stap over geslagen, namelijk het verzamelen en objectiveren van gegevens. Voor kinderverpleegkundigen een onmisbare en essentiële stap in het indicatieproces. Voor de politiek klaarblijkelijk geen essentiële stap als het gaat om het aansturen op belangrijke beslissingen die over het vak van kinderverpleegkundigen en het welzijn van kinderen en gezinnen gaan.

Eén van de andere aangenomen moties gaat over meerjarige indicaties voor de medische kindzorg. Deze motie baart ons, als vertegenwoordigende partij van kinderverpleegkundigen, zeer ernstige zorgen. De onderbouwing van deze moties is ons niet duidelijk en draagt niet bij aan passende zorg voor het kind.

Kinderverpleegkundigen vinden dat meerjarige indicaties niet wenselijk zijn omdat de situatie van (ernstig) zieke kinderen aan verandering onderhevig is. Ook als de zorgvraag niet veranderd kunnen de context en de hulpbehoefte wel veranderen, wat maakt dat het belangrijk is om zorgvraag en hulpbehoefte regelmatig te evalueren en indien nodig zorgplan en indicatie bij te stellen. Elk kind heeft recht op de beste passende zorg, autonomie en regie over zijn/haar leven, ziekte en zorg daar waar mogelijk. Om passend bij zijn/haar ontwikkeling meegenomen te worden in het leren omgaan met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven én om daar waar mogelijk eigen regie te kunnen en leren voeren. Regelmatig evalueren is een essentieel onderdeel van het verpleegkundig proces. Belangrijk hierbij is dat de kinderverpleegkundige onderdeel is van het zorgproces van het kind. Participeren in de zorg van het kind is ondersteunend aan het signaleren en bespreekbaar maken van veranderingen in de zorgvraag en de hulpbehoefte en kan voorkomen dat kind en gezin vast komen te zitten in een (zorg)situatie die niet langer past bij de context en de hulpbehoefte van kind en/of gezin.

 

Conclusie

Gunt de politiek kinderverpleegkundigen daadwerkelijk professioneel zeggenschap, leiderschap en autonomie? Zoals in dit artikel te lezen is heeft de beroepsgroep grote stappen gezet met het verbetertraject kindzorg. Dit is niet zonder slag of stoot gegaan, het verbetertraject kende vele hobbels en is erg intensief en soms ronduit moeilijk geweest voor de beroepsgroep. Met de aangenomen moties gaan we terug naar af en wij kunnen deze moties niet uitleggen aan kinderverpleegkundigen. Juist nu we steeds eenduidiger werken omdat er goede beroepsnormen, richtlijnen en trainingen zijn ten aanzien van het indicatieproces voor de kindzorg en wij hierdoor maatwerk kunnen bieden aan kind en gezin vanuit een gelijkwaardige samenwerkingsrelatie. Wij doen een beroep op de verantwoordelijkheid van de politiek om professioneel zeggenschap, leiderschap en autonomie van kinderverpleegkundigen serieus te nemen en in gesprek te gaan met kinderverpleegkundigen daar waar het over de medische kindzorg en ons vak gaat.